Duurzamer wonen lijkt haaks te staan op het stadsleven. Hier wordt de meeste energie verbruikt en hier ontstaat dan ook het grootste deel van de uitstoot. Juist daarom ligt er een enorme kans om het verschil te maken. Een duurzame stad kiest niet voor losse projecten, maar bouwt aan een samenhangend netwerk waarin energie, vervoer, afval en leefbaarheid hand in hand gaan. Hier zijn vijf Europese steden waar Nederland het voorbeeld aan kan nemen!
5. Londen, Verenigd Koninkrijk
Ondanks zijn enorme omvang weet Londen zich in de top vijf te nestelen. Met meer dan negen miljoen inwoners is het een uitdaging om duurzaam beleid door te voeren, maar de stad zet grote stappen. Sinds 2002 coördineert de London Sustainable Development Commission de plannen. Zij adviseren de burgemeester over thema’s als mobiliteit, energie en circulaire economie.
Een concreet voorbeeld is de strijd tegen plastic afval. Overal in de stad zijn drinkwaterpunten geplaatst waar bewoners en toeristen hun flesjes gratis kunnen vullen. Alleen al in 2023 zijn hiermee ruim 1,4 miljoen wegwerpflessen vervangen. Daarnaast investeert Londen in groene zones zoals de Queen Elizabeth Olympic Park. Het bekende Ultra Low Emission Zone (ULEZ) project zorgt ervoor dat vervuilende auto’s steeds minder welkom zijn in de binnenstad.
4. Lahti, Finland
Lahti is een relatief kleine stad met zo’n 120.000 inwoners, maar weet internationaal indruk te maken. Toen de stad in 2021 werd uitgeroepen tot Europese Groene Hoofdstad, kreeg ze een flinke boost om duurzame innovaties verder uit te rollen. De overstap naar een kolenvrije energievoorziening in 2019 was een cruciale stap. Tegen 2028 wil Lahti volledig klimaatneutraal zijn.
Bijzonder is het persoonlijke CO₂-budget dat inwoners kunnen gebruiken via een mobiele app. Elke inwoner krijgt een virtueel tegoed en kan zelf zien hoeveel uitstoot bijvoorbeeld reizen of consumptie veroorzaakt. Wie minder uitstoot dan gemiddeld, kan dit tegoed verhandelen met anderen. Bovendien richt Lahti zich sterk op circulaire economie: afval wordt zo veel mogelijk hergebruikt, terwijl bedrijven worden gestimuleerd om producten te ontwerpen die eenvoudig recyclebaar zijn.
3. Oslo, Noorwegen
Oslo is niet meteen een van de meest budgetvriendelijke steden in de winter, maar laat zien hoe beleid en innovatie elkaar kunnen versterken. De stad was in 2019 de eerste ter wereld met een klimaatbegroting. Hierin staat exact welke maatregelen bijdragen aan de reductie van uitstoot en hoeveel dat kost. Zo is duurzaamheid niet langer een vaag ideaal, maar een concreet financieel plan.
Een van de grootste doorbraken ligt bij afvalverwerking. Oslo investeerde vroeg in technologie om CO₂ op te vangen bij verbrandingsinstallaties. Ook in mobiliteit loopt Oslo voorop: er rijden al duizenden elektrische taxi’s rond, bussen worden volledig elektrisch, en voor 2030 moeten ook zware vrachtwagens uitstootvrij zijn. Daarnaast werkt de stad actief aan vergroening van de openbare ruimte, met nieuwe parken en groene daken die regenwater opvangen.
2. Kopenhagen, Denemarken
Kopenhagen geldt al jaren als voorbeeldstad voor stedelijke duurzaamheid. Fietsen is hier, net als in Nederland, niet alleen een vervoermiddel, maar een levensstijl. Met meer dan 546 kilometer aan fietspaden, aparte fietsbruggen zoals de Cykelslangen (de “Fietsslang”), en speciale verkeerslichten die fietsers voorrang geven, is de stad een paradijs voor tweewielers.
Ook het waterbeheer en de leefkwaliteit springen eruit. Dankzij uitgebreide investeringen in waterzuivering kan iedereen in de haven zwemmen bij tien aangewezen zwemzones. Daarnaast zet Kopenhagen zwaar in op elektrische mobiliteit: van bussen tot haventaxi’s. Windenergie speelt een hoofdrol, met turbines in de Sont die de stad van stroom voorzien. Tegen 2030 wil Kopenhagen de eerste hoofdstad ter wereld zijn die klimaatneutraal is.
1. Stockholm, Zweden
Stockholm wordt vaak genoemd als pionier van duurzame stedenbouw. Sinds 1990 wist de stad haar uitstoot met meer dan de helft te reduceren, en dat terwijl de bevolking aanzienlijk groeide. De ambitie reikt verder: in 2030 wil Stockholm klimaatpositief zijn, en tien jaar later volledig fossielvrij.
Een sleutelelement is het district heating-systeem, waarmee 80% van de gebouwen wordt verwarmd. Restwarmte van datacenters, afvalverbranding en industrie wordt gebruikt om water te verhitten dat via leidingen de stad in gaat. Zo wordt 93% van alle gebruikte energie hernieuwbaar of gerecycled. Ook op het gebied van voedselverspilling is Stockholm vooruitstrevend. Via een groot netwerk van voedselbanken belandt ongebruikt eten bij mensen die het nodig hebben.